Hoeba hoeba hop! Vrolijke en cynische stripdieren maken ‘Beestenboel’ van museum

Recensie

Strips

Museum of Comic Art Van de chagrijnige stripkater Heinz tot Donald Duck: zo’n honderd stripdieren op originele tekeningen zijn deze zomer te zien in het Museum of Comic Art in Noordwijk aan Zee.

André Franquin, ‘Marsupilami’, 1962.
André Franquin, ‘Marsupilami’, 1962.

Beeld Museum of Comic Art

Chagrijnige katten, opstandige muizen, fantasiedieren zoals de Marsupilami: het is opvallend hoeveel dieren er in strips figureren. Had ik beren, half aangeklede vogels en hondjes al genoemd? Ze zijn het onderwerp van de zomertentoonstelling van het Museum of Comic Art (MoCA) in Noordwijk aan Zee.

Beestenboel heet deze vrolijke, breed uitwaaierende expositie vol originele striptekeningen van bekenden zoals de gecastreerde rode kater van Jan Kruis, de chagrijnige kat Heinz, Lucky Luke’s hond Rataplan. En, een van de hoogtepunten, een complete originele pagina van ‘Krazy Kat’ uit 1921, de strip van de geniale Amerikaanse stripmaker George J. Herriman. De opstandige muis Ignatz probeert ‘Krazy’, zoals in iedere aflevering, met een baksteen te bekogelen. Zoete kinderkost zijn strips, net als veel fabels en sprookjes, niet altijd.

Gus Dirks, Bugville, 1900.
Beeld Museum of Comic Art

Reintje de Vos

De expositie begint met eeuwenoude fabeldieren zoals een prachtige geschilderde illustratie van striptekenaar Hans G. Kresse van de dieren aan het hof van koning Nobel, uit de Donald Duck van 1980. Ook de Duitse ‘neefjes’ van Reinaert de Vos, Fix und Foxi zijn te zien, ontworpen door de Nederlandse tekenaar Dorul van der Heide. Het museum plaatst de stripdieren in de lange verteltraditie om dieren in verhalen mensentrekken te geven, om mensen zo via een omweg op de hak te kunnen nemen. Zo wordt Hitler belachelijk gemaakt als een tierende, besnorde boze wolf, door de Franse tekenaar Calvo in 1944.

Zo’n honderd stripdieren krioelen rond op deze zomerexpositie. Van Amerikaanse insectenstrips uit 1900, zoals ‘Bugville’ van Gus Dirks, tot het Vlaamse absurde varken Taco Zip, rond 1990 getekend door Luc Cromheecke. Aan de Belgische ‘meester’ van de dierenstrip Raymond Macherot, bekend van zijn strips over de eikelmuis Chlorophyl, is een hele expositiemuur gewijd. Een echte focus heeft de expositie niet: het is voor elk wat wils, van zoete tot cynische undergroundachtige strips met pratende dieren, zoals Fritz the Cat van Robert Crumb.

Robert Crumb, Fritz the Cat, 1968.
Beeld Museum of Comic Art

Marsupilami

Om wat orde in de beestenboel te scheppen, is de tentoonstelling ingedeeld in categorieën: ‘dieren van het land’, ‘dieren met een baasje’ (de baasloze eend en kanarie Fokke en Sukke vallen daar vreemd genoeg onder), ‘stedenbouwers’ (zoals Ollie B. Bommel te Rommeldam en D. Duck te Duckstad) en ‘wonderlijke beesten’. In de laatste categorie valt het fantasiedier met de lange staart de Marsupilami van de briljante Belgische tekenaar Franquin. De bekende Marsupilami-kreet ‘Hoeba hoeba hop!’ is ontleend aan de opvallende Brusselse straatnaam de Houba De Strooperlaan, aldus de rijk geïllustreerde catalogus. Een grafisch snoepje op deze zomertentoonstelling zijn de ‘weermuisjes’ die Peter Pontiac rond 2000 tekende voor het ‘Algemeen Dagblad’.